Dit is het vierde artikel van een reeks van 8 artikels over het telen van chili pepers, van zaad tot zaad. In deze documenten vindt u algemene informatie en basisbeginselen over het telen van chili pepers, maar ook handige weetjes, praktische tips en persoonlijke bevindingen. Ik heb mijn tekst verrijkt met eigen foto’s. En doorheen de verhaallijn heb ik ook een aantal toelichtingen geschreven over specifieke thema’s , onder andere over compost of over welke chilis in onze streken goed geteeld kunnen worden.
In deze artikels vind je het verhaal over de teelt van chilis : zaaien, kiemen, de jonge zaailingen, het uitpotten, het afharden van de jonge plantjes, het uitzetten in volle grond, de verzorging van de groeiende planten, de oogst, de zaadwinning. Veel leesgenot.
Chili pepers kweken : van zaad tot zaad
4. Planten in volle grond
Het uitplanten in volle grond
In de eerste helft van mei is de tijd gekomen om de peperplantjes uit te planten in volle grond. De chili-plantjes zijn intussen tot stevige goed gewortelde plantjes uitgegroeid die al tegen een stootje kunnen. Het beste in ons klimaat is de plantjes uit te planten in een glazen serre of kas of in een tunnel (plastiek). Dit geeft de plantjes meer uren zonnewarmte dan buiten en beschermt hen best tegen koude, regen en wind.
Maak een voldoende groot plantgat en vul dit met water, haal daarna het plantje uit de pot, plaats het in het vochtige plantgat en druk de aarde goed aan. Vooral voldoende water gebruiken bij het uitplanten is de boodschap, en liefst ’s avonds uitplanten of ’s morgens maar best niet tijdens de middaguren want te hevige warmte in een serre of tunnel bij het uitplanten is niet in het voordeel van de jonge plantjes.
Afhankelijk van de variëteit van chilipepers, plant je ze uit op 40 cm, de grotere en breder uitgroeiende variëteiten mogen op 50 cm of zelfs 60 cm worden uitgeplant. Paprika’s bijvoorbeeld plant je best op 50 cm of 60 cm uit. De typische kleinere chili pepervariëteiten mogen op 40 cm uitgeplant worden. Ze groeien dan tegen mekaar op, groeien hoger, en profiteren van mekaars schaduw voor betere vruchtvorming – vele chili pepers houden immers van bladschaduw.
Indeling van de tunnel
Ikzelf heb in mijn tunnel gangen van 50 cm en dubbele rijen van 40 cm voor de pepers. Middenin zo’n dubbele rij liggen de bewateringsbuizen. Het bewateringssysteem bevat buizen die om de 20 cm een druppelslang bedienen die vlak naast de plant in de grond worden geplaatst. Dit systeem werkt uitstekend omdat de grond niet oppervlakkig bewaterd wordt , en omdat het water door continue bedruppeling in de grond indringt. Zo wordt in de tunnel een droger klimaat veroorzaakt en worden ondermeer schimmelinfecties beperkt.
Ondersteunen van de planten
Chili planten hebben de neiging om onder het gewicht van hun takken en vruchten in ene of andere richting om te vallen. Ze kunnen dus wat ondersteuning gebruiken. Je kunt ze zoals bij tomaten, langs een jute draad geleiden die je dan boven aan de serre vastknoopt, of je kunt de stengel vasthechten aan een stevige bamboe die je in de grond vastzet.
In mijn tunnel heb ik een systeem gebouwd zoals ook wel wordt toegepast voor het vastzetten van fruitbomen, namelijk met horizontale lijnen tussen steunpalen. Het bestaat uit aluminium buizen die door middel van 2 bouten en moeren in een T-vorm zijn gezet. De voet van de T sla ik door middel van een zachte hamer een 40-tal cm in de grond. Dit herhaal ik om de 3 tot 4 meter. In de armen van de T-vorm heb ik 4 gaatjes geboord, en hierdoor leid ik dan raffia bouwen die langs mijn rijen pepers lopen. Op deze manier houd ik mijn planten overeind zonder dat ik elke plant individueel moet ondersteunen.
Ik houd de variëteiten uiteen naar groeihoogte. De lager groeiende variëteiten zoals thai pepers of habanero’s hebben nood aan ondersteuning op een 30-tal cm, terwijl de meeste pepervariëteiten zoals cayenne types of jalapeno types of numex variëteiten hoger uitgroeien tot 1 tot anderhalve meter. Voor deze hoger groeiende variëteiten voorzie ik een tweede reeks steunlijnen op ongeveer 80 cm van de grond. Sommige planten hebben wel nog de neiging om binnen de rij zijlings te vallen, en die hou ik dan tegen door de raffialijnen dwars met een kortere raffiakoord aan mekaar te verbinden: dit zorgt ervoor dat de rechte raffialijnen niet te hard meebuigen met de zwaarder wordende planten en het houdt de schuin vallende planten tegen.
Hoe kun je chiliplanten aanplanten ?
Er zijn behalve de vlakke aanplanting met een bedruppelingssysteem nog andere manieren om chili aanplantingen te doen.
Zo heb je de ‘ruggen-en-dalen’ methode waarbij je nog 2 verschillende manieren kunt onderscheiden, namelijk de chili planten op de ruggen planten of ze in de dalen planten. Plant je ze op de ruggen, dan moet je ervoor zorgen dat ze niet te droog komen te staan, gezien de bewatering zal gebeuren via de dalen. Plant je ze daarentegen in de dalen, dan moet je beschikken over uitstekende gedraineerde grond, zoniet zullen de planten sneller onder water staan.
Beide methoden lijken me in serreteelt noch in buitenteelt in ons klimaat met veel regen en wind zeer geschikt.
Daarnaast heb je nog de methode van de verhoogde bedden en deze van de verzonken bedden. In het eerste geval staan de peperplanten op volledig verhoogde bedden, dus niet enkel op een ‘rug’ geplant. Voordeel hiervan is zeker dat je gemakkelijker oogsten kan, je hoeft minder diep door de knieën te gaan. Bij verzonken bedden heb je opnieuw een degelijke drainage nodig.
Een methode die ik voor de buitenteelt in onze streken wel zou aanraden, naast de vlakke methode of de verhoogde beddenteelt, is deze van zuid-gerichte oost-west-lopende heuvelruggen van één tot anderhalve meter. In ons voor de chilipeper kweek beperkte klimaat heeft dit enkele belangrijke voordelen : ten eerste wordt de grond die schuin zuid-gericht is merkelijk warmer dan vlakke grond, ten tweede zullen de planten beter ‘recht’ blijven omdat ze al schuin staan ingeplanten dus min of meer recht tegen de zuiderheuvel zullen tegenzakken. Ze zullen in een wisselvallig klimaat niet te snel te vochtig staan, want ze staan verhoogd, en ze vangen vrij veel overwegende westen en zuidwesten wind. Let wel op bij warme en droge periodes dat ze voldoende vocht kunnen blijven onttrekken aan de ondergrond, plant ze niet te hoog uit, en geef water wanneer nodig.
Bronnen
‘The Complete Chile Pepper Book, A Gardener’s Guide to Choosing, Growing, Preserving, and Cooking’ by Dave DeWitt & Paul W. Bosland
and a.o. the authors respective web pages http://www.fiery-foods.com and http://www.chilepepperinstitute.org